Sobrii Estote

Gebroeders, niet in overdaad
en mest u, noch de volle maat,
die ‘t lijf begeert, en staat u toe;
zijt wilzaam en nooit wakens moe.
De vijand, uw' verderfenis
betrachtende, op zijn' ronden is;
den rauwgetaalden leeuw geslacht
hij, zoekend daar hij vee verwacht,
en vangste, die hij vreten zal:
weêrstaat hem, in ‘t Geloove, pal.
Terwijl o God, gij, milde en goed,
bermhertigheid ons hopen doet;
en dat wij U begroeten, Heer,
vol dankbaarheid, nog dezen keer!
Translation: 
Language: 
Rate this poem: 

Reviews

No reviews yet.